Route en bezienswaardigheden Rondane-route
De 75 kilometer lange Rondane-route is vernoemd naar Nationaal Park Rondane, waar de weg langs loopt. De route behoort tot de mooiste van Noorwegen, het is namelijk 1 van de 18 National Scenic Routes.
De weg Rondane is de moeite waard om overheen te rijden, maar het is ook zeker de moeite waard om te stoppen bij de bezienswaardigheden langs de route. De bezienswaardigheden staan op rij van Venabygdsfjellet bij de berg Muen naar Folldal. De route is uiteraard ook in andere richting af te leggen.
Lees meer over de toeristische route Rondane >
Berg Muen
De Rondane-route begint bij Venabygdsfjellet, waarna de weg je brengt naar het hoogste punt van de bergpas. Het hoogste punt is gelegen op 1060 meter boven zeeniveau en is tevens het hoogste punt van de route. Hier ben je aan de voet van de berg Muen, dat 1424 meter hoog is. Bij de bergpas is parkeergelegenheid en is een wandelpad aan de zuidkant van de berg, dat naar de top van de Muen leidt. De wandeltocht naar de top duurt ongeveer een uur.
De Muen is de bekendste bergtop in het gebied en wordt jaarlijks door duizenden wandelaars bezocht en staat bekend om de karakteristieke vorm. Tijdens de tocht naar boven zie je de diversiteit van het Noorse landschap en vanaf de top heb je een geweldig uitzicht op Rondane, Venabygdsfjellet en Alvdal Vestfjell.
Sollia Kirke
In de omgeving van Enden kan je vanaf snelweg Fylkesvei 27 de afslag nemen naar de 219 richting Atna. Op ongeveer 12 kilometer afstand, ongeveer 11 minuten rijden, ligt het dorpje Sollia met de Sollia Kirke.
De koning gaf in 1732 toestemming om de kerk te bouwen, maar er werd geen geld gegeven voor de bouw hiervan. De inwoners verzamelden zelf de bouwmaterialen om de kerk te kunnen bouwen. In 1738 werd de bouw van de Sollia Kirke afgerond en kon deze worden geopend. Het eeuwenoude vakmanschap is goed bewaard gebleven en wordt jaarlijks door vele toeristen bewonderd.
Waterval Atnbrufossen en Atnbrufossen Vannbruksmuseum
Langs de Fylkesvei 27 ligt vlakbij de plaats Atnbrua de bekende waterval Atnbrufossen. Het gebied staat bekend als één van de meest opmerkelijke cultuurlandschappen van Noorwegen.
Bij de bijzondere waterval ligt het Atnbrufossen Vannbruksmuseum. Het museum is gehuisvest in een gebouw waar vroeger een houtzagerij en waterkrachtcentrale gevestigd waren. Beiden maakten toen gebruik van de kracht van de waterval en de stromende rivier. In het museumgebouw worden ook regelmatig concerten gegeven en zijn ook kunstexposities te zien.
De Rondane-route is het gehele jaar geopend, echter zijn de sanitaire voorzieningen bij de Atnbrufossen slechts van half juni tot half augustus geopend.
Sohlbergplassen
Uitkijkpunt Sohlbergplassen is gelegen aan het Atnsjøen-meer. Het platform met sierlijke vormen baant zich tussen de bomen door een weg richting het meer en zorgt voor een prachtig uitzicht op het meer en de bergtoppen van het Rondane-massief. Het uitkijkpunt geeft je dit uitzicht precies vanuit de hoek waar vanuit schilder Harald Sohlberg in 1914 het bekende schilderij ‘Winter’s Night in Rondane’ schilderde. Uitkijkplatform Sohlbergplassen is ook vernoemd naar deze bekende Noorse schilder.
Strømbu
Rondane werd in 1962 het eerste nationale park van Noorwegen en trekt sindsdien jaarlijks vele toeristen. Strømbu is gelegen langs de weg van de Rondane-route en is een belangrijke toegangspoort tot het Rondane-massief, voor vele wandelaars is het dan ook het startpunt van hun tochten. Vanaf Strømbu gaan er vele wandeltochten door het natuurgebied.
Het rustpunt bij Strømbu biedt vanaf het dakterras een mooi uitzicht op de bergen van het bergmassief, de rivier Atna en de Noorse natuur. De sanitaire voorzieningen zijn geopend van Pasen tot eind oktober. Buiten deze periode is Strømbu wel toegankelijk.
Folldal Gruver
De Rondane-route eindigt in bij de plaats Folldal. In het verleden was de gemeente Folldal erg eeuwenlang belangrijk voor de productie van koper, zink en zwavel. In 1748 gingen de eerste mijnen open voor het delven van de stoffen. Pas in 1993 werden de Folldal-mijnen uit gebruik genomen.
De mijnen behoren tot belangrijk technisch en industrieel Noors erfgoed en verkeren in goede staat. Waar vroeger mijnwerkers hard werkten om koper, zink en zwavel te produceren, zijn het nu toeristen die het gebied verkennen.